1221

De regel
In 1221 schrijft Franciscus een nieuwe redactie van de regel voor de minderbroeders. Hierin komt nog duidelijk het spirituele karakter en het enthousiasme van Franciscus naar voren. Men is echter nog niet tevreden. Er zijn nog te veel onduidelijkheden over de manier waarop men moet leven en ook zijn de bevoegdheden voor diverse functies in de orde niet goed beschreven. Franciscus trekt zich in 1223 terug in Fonte Colombo om de regel aan te passen. Hij krijgt hierbij waarschijnlijk ook de hulp van mensen die meer juridisch geschoold zijn. De nieuwe versie van de regel uit 1223 is korter en bevat ook meer juridische zaken. Deze regel wordt op 29 november 1223 door paus Honorius III goedgekeurd en dit is de regel die nog altijd gebruikt wordt voor de eerste orde.

impression image impression image

1223

Het Testament van Franciscus
Vlak voor zijn dood schrijft Franciscus zijn Testament. Hierin geeft hij in het kort weer hoe zijn bekering heeft plaatsgevonden en hoe het leven van de eerste broeders was. Het is een ‘herinnering, een waarschuwing en een aansporing’. Het is een getuigenis dat Franciscus aan zijn broeders wil achterlaten, zodat zij in staat zullen zijn de regel goed te kunnen onderhouden. Franciscus zegt ook dat er geen verklaringen of toevoegingen bij de regel geschreven mogen worden.

De regel en het Testament van Franciscus zijn te lezen in De Geschriften.

background shape

1224
Na de dood van Franciscus

Na de dood van Franciscus

Na Franciscus’ dood moeten de broeders verder zonder de inspiratie en uitleg van Franciscus.

De orde is nog in volle ontwikkeling. De regel heeft wel enige duidelijkheid gegeven, maar er blijven ook nog veel vragen, onder andere over studie, woonplaatsen en de armoedebeleving. Er ontstaan al snel problemen. Sommige broeders willen letterlijk vasthouden aan hetgeen Franciscus in de Regel en het Testament heeft gezegd. Tot deze groep horen ook de eerste broeders, zoals Bernardus en Leo. Zij blijven in kluizenarijen leven.

Anderen willen gaan leven zoals men ook bij de andere kloosterorden gewend is. Ze willen studeren en ook meer zekerheden. Daarom vinden ze het noodzakelijk om op vaste plaatsen te verblijven. Er zijn ook veel praktische vragen. De regel geeft niet overal een antwoord op en de eerste verklaringen van de regel worden geschreven.

 

impression image impression image

De ‘strijd’ over het Testament
Het Testament, waarin Franciscus heeft gezegd dat de broeders de regel niet mogen verklaren, wordt daarom een lastig document voor zijn navolgers. Er wordt druk uitgeoefend op de paus om de betekenis van het Testament vast te leggen.

Dat gebeurt op 28 september 1230 als paus Gregorius IX de bul “Quo elongati” uitvaardigt. Het Testament hoeft niet verplicht onderhouden te worden. Het document heeft geen juridische kracht, omdat Franciscus op het moment dat hij het Testament schreef niet meer de leiding van de orde had en ook was het Testament nooit officieel bevestigd. Het Testament moet vooral als een spiritueel document worden gezien.

Hierdoor wordt het mogelijk voor de broeders om de regel uit te leggen. In de periode hierna ontvangen de minderbroeders diverse privileges, vooral over studie, zielzorg en het wonen in vaste verblijfplaatsen.

1232

Elias
In Assisi wordt al snel na de dood van Franciscus gestart met de bouw van een grote kerk ter ere van hem. Het kleine groepje van Franciscus en zijn eerste broeders ontwikkelt zich naar een grote orde met volgelingen in veel landen. Elias is van 1232 tot 1239 minister-generaal. Hij heeft grote organisatietalenten en probeert de enorme toeloop tot de orde in goede banen te leiden. Deze ontwikkelingen leiden bij sommige groepen broeders tot verslapping of in ieder geval een verandering van de levenswijze. Dit levert heftige reacties op bij de broeders die wel aan de oorspronkelijke leefwijze willen vasthouden. Elias is hierdoor vaak negatief beoordeeld. Hij zou de idealen van Franciscus hebben opgegeven ten gunste van een goed georganiseerde structuur, vergelijkbaar met die van andere kloosterorden. Tegenwoordig zijn de meningen over Elias weer wat milder. De orde met grote aantallen broeders vraagt nu eenmaal om een andere organisatie dan een paar rondtrekkende broeders.

Bonaventura
Bonaventura is minister-generaal van 1257 tot 1274. Hij wordt wel gezien als de tweede stichter van de orde. In ieder geval probeert hij weer wat rust te brengen en regelt vele zaken, onder andere op het gebied van studie, de zielzorg en het verkrijgen van privileges. Naar binnen toe zet Bonaventura zich sterk in om misbruiken tegen de armoede tegen te gaan. Hoewel hij een voorstander was om ook kloosters in de steden te bewonen, trok hij zichzelf geregeld terug in een van de vele kluizenarijen. De ideeën van Bonaventura zijn altijd van grote invloed gebleven op de orde.

impression image impression image

1274 - 1318
De Spiritualen

Spiritualen en Conventuelen
Er worden voortdurend discussies gevoerd over de armoedebeleving. In deze periode onder andere door Petrus Olivi en Ubertino van Casale. De discussie is soms heel theoretisch en juridisch. De broeders mogen geen bezit hebben, maar alleen het recht op het gebruik van goederen. De vraag is dan hoe het met het gebruik van verbruiksgoederen, zoals bijvoorbeeld voeding en kleding, geregeld is. Dan is er namelijk altijd sprake van eigendom. De broeder moet zich dan beperken tot het noodzakelijke, het zogenaamde ‘usus pauper’. Men discussieert uitgebreid over deze en soortgelijke details.

De volgelingen van de strenge richting noemt men de Spiritualen. Zij hechten veel waarde aan het Testament van Franciscus en willen de regel naleven zonder aanvullingen of verklaringen. De bul “Quo elongati” zien ze als verraad aan Franciscus. Het Testament is, in hun visie, verplichtend en bij niet nakomen is er sprake van zonde, omdat men zijn geloften en de laatste wil van Franciscus niet nakomt. De Spiritualen komen vooral voor in het zuiden van Frankrijk (met name de Provence) en Midden- en Noord-Italië.

De broeders van de gematigde richting noemt men de Conventuelen (naar convent, klooster). De Conventuelen wonen meestal in kloosters in de steden. Zij vinden het niet noodzakelijk om de regel op de letter na te komen en zien het Testament vooral als een spiritueel document.

De veroordeling van de Spiritualen
Er verschijnen een aantal pauselijke bullen waarin deze zaken geregeld moeten worden. Dit blijft voortdurend tot discussies leiden totdat in 1323 in een pauselijke bul gesteld wordt dat degenen die beweren dat Jezus en de apostelen geen gemeenschappelijk bezit hadden, veroordeeld moeten worden.

De Spiritualen worden al in 1317 op het Concilie van Vienne veroordeeld. Een periode van vervolging begint. Sommigen worden verbannen naar kluizenarijen of tot levenslange opsluiting veroordeeld. In 1318 worden zelfs vier Spiritualen ter dood veroordeeld.

1322 - 1517
Conventuelen en Observanten

Het ontstaan van de Observantiebeweging

In 1322 worden de Conventuelen als richting in de orde in een pauselijke bul door paus Johannes XXII bevestigd. Het verlangen naar de oorspronkelijke idealen van Franciscus verdwijnt daarmee niet. Deze wordt levend gehouden door de zogenaamde Observanten. In 1334 vraagt Johannes van Valle toestemming om zich terug te mogen trekken in de kluizenarij van Brogliano om daar in volstrekte armoede te leven. Deze leefwijze wordt in 1368 overgenomen door Paoluccio dei Trinci. Dit jaartal wordt als het begin van de Observantiebeweging gesteld. De Observantie is zeer populair geweest en heeft vele grote namen gekend, zoals Bernardinus van Siena en Johannes van Capistrano.

De Observanten vinden dat zij de regel niet strikt kunnen navolgen onder oversten die dat zelf niet doen. De Observanten krijgen in 1415 goedkeuring om onder eigen oversten te vallen, de zogenaamde vicarii. Zij noemen zichzelf ‘reformati sub vicarii’ (hervormden onder het gezag van de vicarissen). 

De Coletanen
In de 14e en 15e eeuw blijven steeds nieuwe hervormingsbewegingen ontstaan, maar op beperktere schaal dan daarvoor. In Duitsland, Frankrijk en de Nederlanden is onder andere de hervormingsbeweging van de Coletanen actief. Zij willen onder de gehoorzaamheid van de Conventuelen blijven, maar leggen daarnaast de nadruk op het strikt navolgen van de regel. De Coletanen worden daarom ook wel ‘reformati sub ministris’ (hervormden onder het gezag van de ministers; van de Conventuelen) genoemd.

Ite et Vos
In 1517 worden met de bul ‘Ite et Vos’ van paus Leo X alle hervormingsgroepen van dat moment verplicht om zich bij één orde aan te sluiten, de Observanten. Dit betekent een officiële scheiding van de orde in Observanten en Conventuelen. De Observanten krijgen het recht een eigen minister-generaal te kiezen en zij mogen voortaan de naam Orde van de minderbroeders voeren. De Conventuelen worden een aparte groep met eigen oversten.

De 16e - 18e eeuw

De Kapucijnen
Al snel na 1517 ontstaan er weer nieuwe problemen. Sommigen vinden de Observanten te streng, anderen juist weer te gematigd en niet levend volgens het oorspronkelijke ideaal van Franciscus. Er ontstaan toch weer diverse hervormingsbewegingen, ook binnen de groep Conventuelen.

Uit de groep van de Observanten ontstaan in 1528 de Kapucijnen. Zij willen radicaal terug naar de oorspronkelijke regelnaleving en het voorbeeld van de leefwijze van Franciscus en zijn eerste broeders volgen. Ze hechten grote waarde aan het Testament van Franciscus. De armoede zien ze als het fundament van de franciscaanse volmaaktheid. Ze leven over het algemeen een sober en contemplatief leven in kluizenarijen. In de begintijd wonen ze niet in kloosters in de steden en is studie niet toegestaan. Er is veel aandacht voor het gebedsleven. De Kapucijnen worden bijna een eeuw later, in 1619, volledig onafhankelijk.

De invloed van de Reformatie
De 16e eeuw is ook de eeuw van de Reformatie. In eerste instantie maakt het optreden van Luther grote indruk op de Franciscanen. Ze hopen dat hij hervormingen in de kerk zal doorvoeren. Een aantal gaat over naar de nieuwe leer.

Al snel zien de broeders echter in dat Luther toch wel andere opvattingen over de kerkhervormingen heeft dan zijzelf. Luther keert zich tegen het gezag van de paus en wil een aantal sacramenten afschaffen en dat is niet de mening van de Franciscanen. Dan worden de Franciscanen, samen met de Dominicanen, de felste tegenstanders van Luther en de overige aanhangers van de nieuwe leer. Veel minderbroeders worden ingezet als predikers tegen de Reformatie. In deze tijd verdwijnen veel kloosters. Vanwege het verzet dat ze bieden, worden er ook relatief veel minderbroeders gedood. Toch weten de broeders al in de loop van de 16e eeuw de sympathie van een deel van de bevolking terug te winnen en weer hun intrek in de kloosters te nemen.

 

De eeuwen tot de Franse Revolutie
De Franciscanen en met name de Kapucijnen spelen een belangrijke rol tijdens de Contrareformatie en in de missie naar de landen in Midden- en Zuid- Amerika in de 16e en 17e eeuw.

In de 18e eeuw vindt weer een grote bloei van de orde plaats. Er zijn veel roepingen en daardoor wordt niet altijd kritisch gekeken naar de broeders die men aanneemt. Hierdoor treedt een algemene verslapping op en verdwijnt het idealisme uit de orde. De Franciscanen verliezen in de loop van de eeuw hun populariteit bij de bevolking.

De tijdgeest keert zich dan ook tegen de broeders. Naar aanleiding van de Franse Revolutie worden in 1790 alle kloosters opgeheven, eerst in Frankrijk, daarna in de meeste Europese landen. Er is niet veel weerstand hiertegen, maar ook nu zijn er kleine groepen die fel verzet bieden. Velen hebben dit met hun leven moeten bekopen.

impression image impression image

De 19e eeuw tot heden

Het herstel na de Franse Revolutie
Vanaf 1814 kunnen de kloosters weer betrokken worden. Een aantal broeders keert terug naar hun klooster, maar er zijn niet zo veel nieuwe roepingen. De broeders die er zijn willen weer terug naar het leven volgens het evangelie en hebben veel aandacht voor het contact met de bevolking. Rond het midden van de 19e eeuw is het religieuze leven van de broeders vrijwel geheel hersteld.

De eenheid onder paus Leo XIII
In de loop van de eeuwen zijn vele hervormingsbewegingen, met name binnen de Observantenbeweging, ontstaan. Enkele daarvan zijn de reformaten, discalceaten en de recollecten.

Paus Leo XIII herstelt de eenheid in 1897. Alle toen aanwezige hervormingsbewegingen worden samengevoegd onder dezelfde constituties. Iedereen zou een zelfde habijt moeten dragen en er komt eenheid in bestuur.

Terug naar boven