Jeugd
Clara is in Assisi geboren in 1193/1194 als dochter van een adellijke familie. Het is een onrustige tijd waarin de bevolking in opstand komt tegen de adel. Clara en haar familie moeten in 1198 vluchten naar Perugia. In 1205 kunnen ze weer terug naar Assisi. Het is de periode waarin Franciscus’ eerste openbare optreden plaatsvindt. Hij spreekt geregeld op het plein voor de San Rufino, vlak voor het huis van Clara. Ze ziet en hoort hem en wordt steeds meer geïnspireerd door zijn woorden en leefwijze.
In de nacht van Palmzondag 1212 vlucht Clara uit haar ouderlijke woning en gaat naar Franciscus en de broeders in Portiuncula. Franciscus zelf knipt haar haren af en haar kostbare kleding wordt vervangen door een eenvoudig kleed. Daarna wordt Clara naar de benedictinessen in het klooster San Paolo delle Abbadessa in Bastia gebracht.
Als de familie de volgende ochtend ontdekt dat Clara verdwenen is, gaan ze haar zoeken. Als ze haar in het klooster vinden, willen ze Clara met geweld meenemen. Clara houdt zich aan een altaar vast en laat haar afgeknipte haar zien. De familie weet nu dat Clara heeft besloten de wereld te verlaten. Ze zijn woedend, maar laten haar hierna verder met rust.